Bij een corona-uitbraak in bijvoorbeeld een kantoorpand, kan de GGD adviseren dat deze locatie tijdelijk gesloten wordt zodat de infectiehaard op die plaats uitdooft. Als een beheerder van die locatie dit advies niet opvolgt, kan de burgemeester straks de tijdelijke sluiting bevelen. Om dit te regelen wordt een artikel toegevoegd aan de Wet publieke gezondheid, in het hoofdstuk met tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de coronapandemie. De ministerraad heeft hiermee ingestemd.

Wanneer uitbraak
Er is sprake van een uitbraak als minstens drie personen besmet zijn geraakt die met elkaar in verband kunnen worden gebracht, een specifieke locatie de meest waarschijnlijke besmettingsbron is, en er aanwijzingen zijn dat het overdragen van het virus op andere mensen nog gaande is op die plaats. Dat wordt vastgesteld door de GGD, mede op basis van het bron- en contactonderzoek.

Tijdelijke sluiting
In aanvulling op de maatregelen van isolatie en quarantaine, kan de GGD ook adviseren de locatie of delen ervan tijdelijk te sluiten. In de praktijk werken beheerders van een besmette locatie hier veelal vrijwillig aan mee. Voor de gevallen waar dat niet gebeurt, maar snel ingrijpen wel nodig is om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan, wordt nu een expliciete wettelijke basis voor de sluitingsbevoegdheid van burgemeesters geregeld. Sluiting is alleen aan de orde als minder ingrijpende middelen niet volstaan en de sluiting proportioneel is. De burgemeester betrekt bij zijn afweging naast het advies van de GGD,  de aard van de locatie, de aard van de activiteiten op de locatie en het aantal bij de sluiting betrokken personen.

Uitgezonderde locaties
Woningen, religieuze en levensbeschouwelijke gebouwen, en een aantal andere gebouwen zijn expliciet uitgezonderd. De maximale duur waarop een locatie gesloten kan worden is tien dagen.